Een onderwerp? Al schrijf jij over hoe je de was doet dan vind ik het leuk om te lezen. Dat is wat Pauline me stuurde nadat ze mijn blog had gelezen. Ik kan je al meteen vertellen dat ik een bloedhekel heb aan het doen van de was. Ik zal ook absoluut niet de enige zijn.
Maar voordat ik begin over mijn was perikelen zet ik eerst even Pauline in het zonnetje. Pauline is mijn ‘oude’ (want ze is eigenlijk gewoon nog jong) buurvrouw met wie ik een hele tijd buren ben geweest in de leukste straat van Delft. We zijn allebei verhuist, maar gelukkig hebben we nog steeds contact met elkaar.
Ik krijg soms complimenten over mijn inrichting, maar als je bij Pauline de deur binnenloopt dan kom je letterlijk de VT Wonen binnen lopen. Soms zeggen mensen dat weleens over mijn interieur maar zij kennen Pauline niet. Als het gaat om Pauline dan is haar interieur echt next level. Over werkelijk waar elk hoekje, schroefje, plantje en schilderijtje is nagedacht. Daarbij heeft deze meid ook altijd ALLES in huis. Als je iets nodig hebt, heeft zij het wel. En daarnaast maakt ze heerlijke ijskoffies, ben je altijd welkom om in haar tuin te loungen en heeft ze ook nog eens een creatieve en fantastische klusser als man & twee geweldige kids waar Saar dolgraag mee speelt.
Ik denk dat Pauline de was sowieso altijd op orde heeft. Maar dat weet ik natuurlijk niet helemaal zeker. Ik daarentegen kijk nu al 2 dagen naar een stapel op de fauteuil (love dit luxe woord) in mijn woonkamer met schone was, waarvan ik nog steeds hoop dat ‘ie zichzelf opvouwt. Dat is tot op heden nog niet gebeurd. Maar ik blijf nog wel even wachten.
Goed, de was dus. Ik neem even met je door wat er rondom dit thema in mijn hoofd opborrelt.
- In mijn badkamer heb ik eigenlijk geen wasmand staan. Ik heb een soort shopper die ik van Kirsten, mijn vriendin, heb gehad uit een Aziatisch land waar ze naartoe is geweest maar waarvan ik niet meer precies weet waar. Hij past perfect in het hoekje onder de verwarming en er past, als je de boel goed aan blijft duwen, heel veel vuile was in.
- Als de was niet meer in de ‘wastas’ past, hoopt zich vaak een stapel erbovenop. Wanneer dit omvalt ga ik vaak door naar stap 2. Ik gebruik mijn wasmachine, als hij leeg is, als wasmand. Vaak komt dan wel het besef dat het tijd wordt om te gaan wassen.
- Ik doe niet aan scheiden. Tenminste, dat klinkt gek want ik ben wel gescheiden. Maar je snapt vast dat ik daarbij doel op het scheiden van de was in kleur, wit of zwart. Ik heb weinig witte kleren dus ik gooi alles gewoon door elkaar. Meestal was ik alles door elkaar op 40 graden.
- Ik vind het heel vies als zo’n bakje van de wasmachine zeepresten heeft dus ik gebruik altijd van die tabs die je direct in de wasmachine gooit. Ik koop ze altijd in de aanbieding en dan meteen 2 of 3 pakken. Omdat ik eigenlijk nooit echt merk dat er dan een lekker geurtje aan blijft zitten, gooi ik er ook altijd een handje van die geurparels in. Duur en ook niet nodig, maar ik word er blij van. Verder gaat er sinds kort ook een colorcatcher bij. Al doet die volgens mij niet zoveel. Ik liep een keer door de Action en smeet die in mijn mandje onder het mom van: ‘Voelt lekker volwassen’. Geeft me ook een soort van legitiem gevoel dat ik dus alle was door elkaar heen kan gooien.
- Als de was klaar is heb ik twee opties. Ik hang mijn was op of ik droog het, want mijn wasmachine is ook een droger. Ik probeer drogen in de droger zoveel mogelijk te vermijden omdat het volgens mij niet veel goeds doet voor je kleren, maar ik ben er wel blij mee. Saar gaat wekelijks ook naar haar vader en dan gaan de kleren mee. Het is altijd een soort expeditie Robinson om de was op tijd schoon en droog weer in de ‘wisseltas’ te hebben zitten. De droger biedt mij dan een soort van ‘immuniteit’.
- Het liefst (nou ja, helemaal niet want ik haat dit het meest), hang ik de was dus op. Ik heb een wasrek, een aantal deuren en de verwarming. Ik maak van alle opties gretig gebruik en zeker in de wintermaanden hang ik de was graag over de verwarming. Mijn wasrek is een soort doorn in mijn oog. Hij biedt altijd eigenlijk net te weinig ruimte maar neemt wel heel veel ruimte in beslag. Hij staat in mijn ‘koelkastkamer’ (kan ik ook nog weleens een blog aan wijden) waar het altijd heel koud is. Dus naast dat ik mijn kont door dit onding niet kan keren, duurt het ook minstens 3 dagen voor de was droog is.
- Tsja, en dan kom je op het punt waar ik nu ben beland. Het moment dat de was droog is en je eigenlijk nog geen ruimte hebt om je was te vouwen en op te bergen. Want naast dat er geen ruimte is in mijn hoofd – ik heb ook aan het vouwen van de was een gruwelijke hekel – is er ook weinig ruimte in mijn huis. Of nou ja, er is eigenlijk ruimte zat maar mijn lades en kast zijn vaak een bende. En dan voelt het altijd zo rot om die netjes gevouwen was in je handen te hebben en te denken: ‘Nou, dan prop ik het hier maar tussen’. Het is dan ook mijn grootste angst dat er een keer iets met me gebeurd en dat iemand anders in mijn huis moet zijn en mijn kast opentrekt en denkt… wtf.
Met deze laatste woorden denk ik dus nu wel te weten wat ik moet gaan doen. Die stapel hier op de stoel tegenover me gaat zichzelf niet opruimen, dus ik ga daar maar aan beginnen. Al kan ik je niet garanderen dat je het netjes terug vindt in mijn kast. Dus voor het geval dat je ooit in mijn huis moet zijn om wat voor reden dan ook, ik wens je veel succes ;-).
Liefs Sanne
(PS. Wat zijn jouw wastips?)